Informatie over ballonvaren voor spreekbeurt en werkstuk…
DE LUCHTBALLON
De ballon, of ook wel enveloppe genoemd, is het opvallendste deel, door zijn mooie kleuren, reclametekst of aparte vorm. Vroeger werd de ballon gemaakt van licht geweven stof dat aan de binnenkant met papier werd beplakt. Hierdoor werd het omhulsel nagenoeg luchtdicht. De ballon die wij tegenwoordig kennen, is gemaakt van nylon met aan de binnen- of buitenkant een luchtdichte coting. Nylon is een lichtgewicht stof en erg sterk. In de “ballonfabriek” worden banen van nylonstof gesneden en aan elkaar genaaid. Over al die banen heen wordt een netwerk van sterke draagbanden (= tapes) bevestigd. Dat netwerk is het geraamte van de ballon en moet het zwaarste deel van de luchtballon dragen: de branders en de mand, met daarin behalve de gasflessen en instrumenten natuurlijk de piloot en zijn passagiers.
DE MAND, BRANDERS EN INSTRUMENTEN
De mand onder de ballon is gemaakt van rotan (een sterk rietsoort), de randen zijn gemaakt van gevlochten wilgentenen en zijn afgewerkt met een stootkussen met daaromheen leer of suêde. Aan de binnenkant van de mand zitten aan de zijkant en op de bodem ook kussens om het zo aangenaam mogelijk te maken voor de passagiers. Bij een hardere landing worden de ballonvaarders zo optimaal beschermd. In de mand staan ook de gasflessen.Bij kleinere ballons hoort een kleinere mand. Dan staan de gasflessen in de hoeken van de mand. Bij grotere ballons hoort een grotere mand en dan staan de gasflessen in een apart compartiment, waar ook de piloot zijn plaats heeft. De gasflessen worden met leren riemen of met trekbanden goed vastgemaakt. Boven op de mand staan vier of acht staanders met daarop de branders. De branders zijn bevestigd in een roestvrijstalen frame. Aan dit frame worden kabels vanuit de mand aan de ballonkabels bevestigd middels karbijnhaken.
De branders bestaan uit een waakvlam, een hoofdbrander en een “koeienbrander”. De waakvlam brandt altijd, op gasvormig gas. De hoofdbrander en de “koeienbrander” moet de piloot steeds aan en uit zetten. De branders zijn spiraalvormig, met in dat spiraal kleine gaatjes. Als de piloot de hoofdbrander aanzet stroomt er vloeibaar gas in dat spiraal. Door de kleine gaatjes komt vloerbaar propaangas. Omdat de waakvlam brandt, zal er dus een grote vlam ontstaan. En nog eens extra op druk, omdat het spiraal steeds verwarmd wordt. De “koeienbrander” werkt weer anders: de piloot laat dan vloeibaar propaangas rechtstreeks in de waakvlam spuiten. Dat geeft een gele, zachtere vlam. Voor het vee beneden is deze vlam dus rustiger, vandaar dat het ook wel de “veebrander” wordt genoemd.
Ook zijn er instrumenten in de mand, zoals een hoogtemeter, een variometer, een temperatuurmeter, een kompas (en/of G.P.S.) en een horloge. Met een hoogtemeter kan de piloot de hoogte aflezen waarop de ballon vaart. De hoogte wordt in de luchtvaart in voeten aangegeven en niet in meters. Een voet is ongeveer 30 centimeter. De variometer laat zien of de ballon stijgt of daalt. Zowel de hoogtemeter als de variometer maken gebruik van (verschillen in) luchtdruk voor hun waarnemingen. Met een temperatuurmeter kan de piloot zien hoe warm het boven in de ballon is. Vaak is dat ongeveer 100 graden Celcius. Een kompas of G.P.S. gaat mee, zodat de piloot weet welke richting de ballon heen “waait”. En natuurlijk gaat er een horloge mee, het is altijd handig om te weten hoe laat je opstijgt en later weer landt.
EEN BALLONVAART
Voordat een piloot aan zijn ballonvaart begint, heeft hij of zij al heel wat voorbereiding gedaan. Van te voren moet er een startvergunning bij de desbetreffende gemeente worden aangevraagd. Op de dag van vertrek stelt de piloot zich op de hoogte van de weersomstandigheden. Hij kijkt op TT 707 en op internet. Een speciale internetpagina voor de kleine luchtvaart met zelfs een “ballonvaartverwachting” is daarvoor beschikbaar. Als het weer goed is, worden de passagiers gebeld. Zij horen dan hoe laat en waar zij op zullen stijgen. Misschien moet er nog een politie of brandweer gebeld worden of de verkeersleiding van een regionaal vliegveld. Ook worden de volgers gebeld. Zij komen naar het ballonbedrijf waar ze samen met de piloot de ballonauto ophalen en naar het startveld rijden. Op het startveld ontvangen de passagiers een instapkaart en een petje.
PEILBALLONNETJE
Er wordt een peilballonnetje (gevuld met Helium) opgelaten om te kijken uit welke richting de wind waait. De ballon wordt immers altijd met de wind mee opgeblazen… De mand wordt uit de aanhanger gehaald en gereedgemaakt. Gasflessen worden vastgemaakt, de branders op de mand gezet en getest. Daarna wordt de mand op zijn kant gelegd en wordt de ballon aangekoppeld. De staaldraden van de mand worden door middel van een karbijnhaak aan de staaldraden van de ballon vastgemaakt. Ook wordt er een quick-release aan het branderframe en aan de volgauto bevestigd, zodat de ballon niet zomaar weg kan waaien…
LAATSTE CHECK…
De ballon wordt door twee mensen opengehouden en met een ventilator wordt er vervolgens koude lucht in de ballon geblazen. Als de ballon voldoende gevuld is, worden de passagiers bij de mand geroepen. Zij moeten bij de mand blijven, sommigen mogen alvast instappen (bij grotere ballonnen) de andere passagiers moeten de mand vasthouden en als de mand even later overeind staat mogen ze gelijk instappen. De piloot gaat namelijk met de branders de lucht in de ballon verwarmen, waardoor de ballon omhoog komt. Als iedereen is ingestapt en de piloot de laatste checks heeft gedaan, zal hij de branders weer aanzetten. Als de lucht in de ballon voldoende verwarmd is, en de ballon voldoende “lift” heeft, word de quick-release losgekoppeld van de ballon, zodat de ballon kan opstijgen. Tijdens de vaart zal de piloot de branders blijven bedienen. De lucht in de ballon koelt namelijk steeds af en moet worden bijgewarmd. Ook heeft de piloot af en toe contact met het volgteam om te zeggen waarheen de ballon drijft. Na zo´n uur varen, zal de piloot een landingsveld uitzoeken. Door minder de branders aan te zetten, koelt de lucht in de ballon af en zakt de ballon. Net boven het landingsveld trekt de piloot aan de “rip-line”. Dit koort is verbonden met een grote parachute in de top van de ballon. Als de piloot aan dat koort trekt, komt de parachute in de ballon naar beneden, waardoor er aan de bovenkant van de ballon een gat ontstaat. Hierdoor ontsnapt dan warme lucht en daardoor blijft de ballon op de grond. Als het rustig is (windkracht 2 of minder) dan zal de piloot de parachute weer laten sluiten, zodat de ballon overeind blijft staan. Dat noemen de ballonvaarders een “staande-landing”. Als er meer wind is (windkracht 3) dan zal de piloot de parachute uit de top van de ballon houden, zodat er lucht kan blijven ontsnappen. Echter de wind sleept dan de ballon een aantal meters door het veld en de mand valt om: een “sleep-landing”. Als de ballon is geland, gaan de volgers naar de eigenaar van het landingsveld, die krijgt een presentje en een lot, waar hij of zij mee kans maakt om een keer gratis mee te varen. Na toestemming van de landeigenaar rijdt de volgauto het landingsveld op om de ballon in te pakken. Samen met de landeigenaar, passagiers, volgers en piloot wordt er dan een glas champagne gedronken en krijgen de passagiers een certificaat. Het bewijs van hun luchtdoop…
TECHNISCHE ASPECTEN VAN DE HETELUCHTBALLON
Er zijn meerdere ballonfabrikanten. De bekendste echter zijn Cameron, Thunder & Colt, Raven, Ultra Magic en Lindstrand. Elk “merk” heeft zijn specifieke vorm; een Cameron ballon heeft meer een appelvorm, terwijl een Thunder & Colt ballon meer een peervorm heeft. Per ballonmerk bestaan er weer verschillende type´s en grootten. Zo heeft Cameron ballonnen gebouwd: O-105, N-90, A-530… De letter zegt wat over de specifieke vorm en het aantal tapes dat de ballon heeft. Een O-type ballon heeft minder tapes en “bollingen” dan een N-type ballon. Het getal erachter zegt wat over de grootte van de ballon en dus over de capaciteit van het draagvermogen. In een Cameron-90 kunnen vier personen meevaren, in een Cameron-530 kunnen maarliefst 35 personen meevaren!
De stof van de heteluchtballon is nylon met een luchtdichte cotinglaag (aan de binnen- of buitenzijde). De draagkracht van een heteluchtballon is, hoe kan het ook anders: hete lucht.
GASBALLONNEN
Een gasballon is kleiner dan een heteluchtballon. De stof van de gasballon is een katoen met daarover een laagje rubber, waardoor de stof sterk en vooral luchtdicht is. De draagkracht van een gasballon is Helium of Waterstofgas. 1m3 helium heeft veel meer draagkracht dan 1m3 hetelucht, vandaar dat de gasballonnen veel kleiner kunnen zijn om toch evenveel passagiers te vervoeren. In Nederland varen Nederlandse gasballonnen alleen nog maar op Heliumgas, omdat dit gas onbrandbaar is en dus veilig, en duur! Vanuit Duitsland waait nog wel eens een gasballon gevuld met Waterstofgas. Dit gas is wel brandbaar, echter het is een soort afvalgas en dus veel goedkoper… Maar toch zien we in Nederland al bijna geen gasballonnen meer, een enkele keer stijgt er bij een ballonfiësta nog een gasballon op.
DE HELE DAG IN DE LUCHT!
Een gasballon kan heel lang in de lucht blijven. Veel langer dan een heteluchballon. De warme lucht in de heteluchtballon koelt steeds af en moet worden bijgewarmd tot ongeveer 100 graden Celcius. Na ongeveer anderhalf uur raken de gastanks in de mand een keer leeg en moet er geland worden. Het gas in de gasballon verliest overdag geen draagkracht, zodoende kan een gasballon de hele dag in de lucht blijven.
Bij een gasballonvaart zie je nog steeds de traditionele zandzakken. Om te stijgen wordt er gedoseerd met een schepje zand overboord gegooid (gewichtsverlies). Om te dalen, laat de piloot een klein beetje gas uit de ballon ontsnappen (draagkrachtverlies). Behalve zand mag je alleen nog water (ook gedoseerd) overboord gooien. Verder mag er niets uit een ballon worden gegooid…
GESCHIEDENIS BALLONVAART
We schrijven 21 november 1783. Dè datum voor de geschiedenis van de ballonvaart! In de anders zo stille tuinen van het paleis in het Parijse Bois de Bologne gonst het van de bedrijvigheid. Het is winderig en guur. Veel handen werken in het ochtendlicht aan een historisch moment. Voor het eerst in de geschiedenis zal een mens los van de aarde in de ruimte zweven. Na twee uur staat de 21 meter hoge ballon, gebouwd door de gebroeders Montgolfier, klaar. Om zes minuten voor twee die middag stijgt de ballon op, met aan boord Francois Pilatre de Rozier en – wegens lafheid in het leger gedegradeerd – de markies van d’Arlandes. Over deze opstijging schreef de laatste: “De vlucht begon op 21 november van het jaar 1783 om zes voor twee ´s middags. De ballon steeg majestueus op. Ik verbaasde me over het stilzwijgen van de menigte. Waarschijnlijk waren ze verbaasd over het vreemde schouwspel of joeg het hun angst aan. Op dat ogenblik riep De Rozier ‘Je doet niets en de ballon stijgt bijna niet.’ ‘Vergeef me,’ antwoorde ik en legde een bundel stro op het vuur. ‘Daar is de rivier,’ zei ik tegen mijn dappere metgezel. ‘Daar komen we zo in terecht,’ antwoorde De Rozier. ‘Vuur m´n goede vriend.’ Met mijn riek pakte ik een bos stro en gooide die in de vlammen. En een ogenblik later was het net of ik werd opgetild naar de hemel.” Tijdens de eerste vaart hadden de ballonvaarders enkele problemen. Vooral de gaten, die ontstonden door verbranding, maakte d’Arlandes zeer bang. Hij wilde dan ook zo spoedig mogelijk landen, maar De Rozier negeerde die smeekbeden.
ONGEDEERD
Na 25 minuten varen landde de ballon acht kilometer verder van het vertrekpunt. Ze bleken beiden ongedeerd. Eigenlijk zouden twee misdadigers de ballon besturen. Als een soort experiment. Koning Lodewijk XVI beloofde deze twee mensen dan de vrijheid als ze weer veilig aan de grond zouden komen. Als ze neer zouden storten, was hun straf gewoonweg verkort. Pilatre de Rozier vond echter, dat als alles goed zou gaan, niet twee misdadigers als helden op het gebied van de ballonvaart geschiedenis zouden mogen maken. Na wat gekonkel aan het hof was de eer dant toch ook aan hem. Waarom de ontwerpers (gebroeders Montgolfier) van deze – en meerdere – ballonnen niet zelf als eersten opstegen, is niet bekend….
OPBOLLENDE ROK
Alleen al hoe het idee geboren werd kent vele anekdotes. Zo zou Joseph Montgolfier – de eigenlijke uitvinder van de heteluchtballon – zittend voor de open haard een daar te drogen rok van zijn vrouw hebben zien opbollen, in de rook van het vuur. Hij dacht dat de rook de bolling veroorzaakte. Joseph en Etiënne Montgolfier hadden een papierfabriek in Annonay. Het is dan ook niet verwonderlijk dat zij met papieren ballons experimenteerden. Als de experimenten eenmaal slagen, gaat het hard. Op twee april 1783 laten ze voor het eerst hun familie getuige zijn van het fantastische schouwspel: een opstijgende “rookballon”. Op 25 april van dat jaar slagen ze erin een ballon zo gevuld te krijgen dat deze meer dan tien minuten in de lucht bliift zweven. Toen dit gelukt was, besloten de broers Montgolfier een ballon op te laten stijgen voor het grote publiek in Annonay.
4 JUNI 1763
Dit dorp is overigens nu nog zeer trots op haar inwoners, die de ballon in het leven hebben geroepen. Deze opstijging gebeurt op 4 juni 1783, de geboortedag van de luchtballon! Niet alleen in Annonay was men zeer enthousiast. De staat verzocht de gebroeders-in-papier om demonstraties te geven, onder andere in Parijs. De gemaakte kosten zouden door de staat worden vergoed. Vandaar dat ook de eerste bemande ballonvaart niet vanuit Annonay vertrok, maar zoals de staat verzocht, vanuit Parijs.
Hoewel Annonay, Parijs en eigenlijk heel Frankrijk nog niet van zijn verbazing bekomen was, kwam er een “andere ballon” tot leven. Zijn “schepper” was Professor Charles van de Academie van Wetenschappen. Hij werd verzocht de uitvindingen van de gebroeders Montgolfier te ondezoeken. Hij dacht dat de ballon van Montgolfier gevuld was met waterstof-gas. (Vermoedelijk was dit eerst ook zo, maar de gebroeders Montgolfier konden geen stof ontwikkelen dat de waterstof vasthield.) Charles kende twee Parijse ambachtslieden, die wel een stof konden ontwikkelen dat waterstof vasthield, namelijk zijde met een rubberen bekleding.
GRANDIOZE PROBLEMEN
In de werkplaats van deze twee ambachtslieden, Jean en Noel Robert, wordt dan ook een ballon gebouwd van die stof. Echter het vullen alleen al levert grandioze problemen op. Het gas ontsnapt op veel plekken. Op 27 augustus van het inmiddels beroemde ballonjaar 1783 wordt op de Champs de Mars – de Eiffeltoren moet nog “uitgevonden” en gebouwd worden – een waterstofballon van Professor Charles en de broers Robert onder luid gejuich van veel publiek opgelaten. Deze ballonvaart is de eerste onbemande ballonvaart in de geschiedenis… Onder de zeer vele toeschouwers is ook een Amerikaan, de 77-jarige diplomaat Benjamin Franklin. Hij schrijft over de wonderbaarlijke opstijging het volgende: “Hij was nat geworden van een regenbui en blonk als een spiegel. Hij werd voor het oog steeds kleiner naarmate hij hoger steeg, tot hij in de wolken terecht kwam waar hij nauwelijks groter leek dan een sinaasappel. Daarna verdween hij achter de wolken en uit het gezicht.”
SIDDEREND EN STUIPTREKKEND
Na 20 minuten gevaren te hebben, landde deze ballon 20 kilometer verder dan de opstijgplek. Doordat deze ballon doorsteeg in ijlere lucht, was de ballon gaan uitzetten en gaan scheuren. Hij verloor dus draagkracht en kwam dus weer naar beneden. Na de landing wordt “De Globe” door boeren aan flarden getrokken. Dit “monster” had ze doen schrikken. “Sidderend en stuiptrekkend ontweek het gedrocht de eerste klappen. Tenslotte liep hij echter een dodelijke wond op en zakte met een lange zucht in elkaar. Een zegekreet weerklonk en de overwinnaars vatten nieuwe moed.”
De geslaagde vlucht van De Globe – naast de Montgolfiere – betekent het begin van een strijd die tot ongeveer 1980 zou voortduren: de strijd tussen gas en hetelucht… De gasballon heeft een groter hefvermogen. De heteluchtballon is brandbaar. Het gas van een gasballon (waterstof) is ook uiterst brandbaar en bovendien veel duurder dan de hetelucht, waarop een heteluchtballon vaart. De Parijzenaars waren niet geinteresseerd in al deze problemen en tegenstellingen. In tegendeel; ze genoten slechts van het wonderbaarlijke schouwspel.
HOLLANDER
Op 19 september 1783 stromen opnieuw honderdduizenden nieuwsgierigen toe. Nu gaan ze echter kijken naar een opstijging van een heteluchtballon van de gebroeders Montgolfier. Wat nog bijzonderder was, was dat de Montgolfiers nu passagiers lieten instappen. Deze “passagiers” waren een haan, een eend en een schaap. Deze vaart ging dus vooraf aan de vaart van Pilatre de Rozier en markies d’Arlandes! Over deze dieren werd later gezegd dat het de eerste levende wezens waren die los in de ruimte zweefden. Onder de toeschouwers bevond zich een Hollander, de Amsterdammer Houttuyn. Hij schreef: “Te tien Uuren ´s morgens was de Weg, van Parijs naar Versailles, bedekt met Rijtuigen. Men kwam bij troepen van alle kanten, en te twaalven waren de toegangen, de Pleinen van het Paleis, de Glasraamen en Vensters, ja zelfs de Daken, met Aanschouwers gevuld. Alles hetgeen er grootst, doorlugtigst en geleerdst was in de Natie, scheen zich als om strijd vereenigd te hebben om een plegtige hulde te doen aan de Weetenschappen, onder ´t Oog van een hoog Achtbaar Hof, dat dezelven beschut en aanmoedigt.” Alleen de haan liep een kleine blessure op bij de landing. Een van de eersten, die bij de gelande ballon aankomt is niemand minder dan Pilatre de Rozier. Hij zwoer toen dat hij de eerste mens zou zijn die in een ballon de aarde zou ontstijgen, niet wetende dat hij nog slechts twee maanden hoefde te wachten…
MEER INFORMATIE
Er zijn over de ballonvaart al heel veel boeken geschreven, onder andere:
‘Met de wind mee’ van Rolf Boost
‘Ballooning Handbook’ van Don Cameron
‘Is het koud daarboven?’ van Nini Boesman
‘200 jaar ballonvaart’ van Pamela Visscher